24u in Reykjavik

Gepubliceerd op 2 juli 2025 om 09:00

Reykjavik (IS) – Het is nationale feestdag in IJsland. De luchtvaartmaatschappij verrast ons met een gebakje op de vlucht naar het eiland. De uitgelaten sfeer is nog duidelijk voelbaar in de straten van de meest westelijke én noordelijke hoofdstad van Europa. We beginnen aan onze officiële rondreis in hetzelfde restaurant waar we enkele jaren geleden onze eerste IJslandreis afsloten. Traditie? Neen, gewoon lekker eten. 

We passeren laat op de avond nog even aan de Sun Voyager, het iconische kunstwerk van Reykjavik met uitkijk over de baai en de Esja-bergketen. We zijn hier niet alleen. De locatie is één van de meest gefotografeerde plekken van de stad. Niet onlogisch. De constructie toont altijd zijn beste kant en oogt telkens mooi op foto. Bij zonsopgang en -ondergang reflecteert het zonlicht op het gladde staal. En op de nationale feestdag, op een dag dat het zonlicht nooit helemaal verdwijnt, ziet het er zelfs ’s nachts uiterst sfeervol uit.

 

Droomschip

De stalen sculptuur van beeldhouwer Jón Gunnar Árnason kreeg in 1990, ter ere van het 200-jarige bestaan van Reykjavík, een vaste plek op de Reykjavikse boulevard. De Solfár, ofwel Sun Voyager, past bij het stoere imago van IJsland. Het is geen Vikingschip. Árnason ontwierp een droomschip; een ode aan de zon, de zee en de ontdekking van nieuwe werelden. De kunstenaar wilde met zijn kunstwerk de verkenningsdrang en hoop op avontuur symboliseren. De man heeft de officiële inhuldiging van zijn Solfár niet meer mogen meemaken. Hij overleed in 1989 aan leukemie.

Hallgrímskirkja

Een bezoek aan de Hallgrímskirkja, het iconische hart van Reykjavik, staat bovenaan op de planning. We willen vroeg en in alle rust de binnenkant van de kerk bekijken. Vroeg lukt. In alle rust niet. Bij het openen van de kerkdeuren staat al een rij kijklustigen aan te schuiven. Met haar futuristische, bijna buitenaards ogende gevel is deze kerk één van de meest herkenbare bezienswaardigheden van IJsland. Hallgrímskirkja is geen doorsnee kerk. Het ontwerp, gemaakt door architect Guðjón Samúelsson, is geïnspireerd op de natuurlijke basaltformaties die je overal in IJsland ziet. De ranke, oprijzende kolommen doen denken aan de ruige lavalandschappen en watervallen van het eiland. De bouw begon in 1945 en duurde maar liefst 41 jaar. De kerk werd pas in 1986 voltooid.

 

IJslandse esthetiek

De Hallgrímskirkja straalt een serene eenvoud uit. De strakke lijnen en een lichte, open ruimte passen perfect bij de IJslandse esthetiek. Binnenin de kerk vind je een gigantisch orgel met 5275 pijpen, ontworpen door de Duitse orgelbouwer Johannes Klais. Voor de kerk staat een standbeeld van Leif Erikson, de Noorse ontdekkingsreiziger die Noord-Amerika bereikte lang voordat Columbus dat deed. Het beeld was een cadeau van de Verenigde Staten ter ere van het 1000-jarig bestaan van het IJslandse parlement.

Glazen bezienswaardigheid

Nu we toch gebouwen aan het bekijken zijn, doen we er nog één extra bij. Een gebouw dat je onmogelijk kunt missen: de Harpa Concert Hall. De concerthal is gelegen aan de haven, met uitzicht op de ruige zee en de verre bergen. Harpa is niet alleen één van de opvallendste bouwwerken van IJsland. Het is ook een bruisend centrum voor kunst, cultuur en architectonisch spektakel. De buitenkant van Harpa is al een bezienswaardigheid op zich. Het gebouw is ontworpen door het Deens architectenbureau Henning Larsen Architects in samenwerking met de IJslandse kunstenaar Ólafur Elíasson. Wat meteen opvalt, zijn de glazen panelen in honingraatvorm die afhankelijk van het weer en de lichtinval veranderen van kleur. Soms lijkt het gebouw op een enorm ijskristal, dan weer op een dansend lichtorgel. Fotograferen rond en in het Harpa-gebouw heeft beperkingen. Net zoals het Atomium in Brussel en het station van Antwerpen, is het Harpa-gebouw beschermd door copyright. Vandaar dat ik weken voor vertrek braaf een mailtje verstuurde naar de Harpa-administratie. Thorunn Hannesdottir bevestigde mij dat fotograferen 'voor eigen gebruik' geen probleem was. 

 

Vuurkasteel

In feite is het gebouw net zo IJslands als het landschap zelf: ruig, mysterieus, veranderlijk – maar altijd indrukwekkend. Binnenin Harpa zijn er vier concertzalen, elk met hun eigen sfeer en akoestiek. De grootste zaal, Eldborg (Vuurkasteel), is een waar meesterwerk op het gebied van akoestiek en design. Hier treden niet alleen klassieke orkesten op, zoals het IJslands Symfonieorkest, maar ook grote popacts, jazzmusici en internationale artiesten. Wat Harpa extra bijzonder maakt? Het gebouw werd voltooid tijdens een van de zwaarste economische crisissen in IJslandse geschiedenis. De bouw begon vóór de crisis van 2008. Lange tijd was het onzeker of het project ooit zou worden afgerond. Toch besloot de IJslandse overheid om het cultureel symbool af te maken. Een gewaagde keuze, maar achteraf gezien een gouden zet. Harpa werd een symbool van hoop, doorzettingsvermogen en de IJslandse geest. En een droomlocatie voor fotografen. Er zijn opvallend veel fotografen met indrukwekkende lenzen aanwezig in het gebouw. Zouden die allemaal zo’n mailtje van Thorunn Hannesdottir hebben gekregen?

Piemelmuseum

Absoluut niet te missen in de IJslandse hoofdstad: The Icelandic Phallological Museum. In de volksmond: het piemelmuseum. Hier komt wetenschap en humor samen in een opvallende collectie. Dit museum herbergt meer dan 200 fallussen en fallus-gerelateerde objecten van zo’n 90 diersoorten. De collectie varieert van kleine knaagdierpenissen tot gigantische exemplaren van walvissen. Het museum begon ooit als een passieproject van de oprichter, Sigurður Hjartarson. Inmiddels is het uitgegroeid tot één van de meest bizarre maar fascinerende trekpleisters van Reykjavik. Bij binnenkomst word je meteen geconfronteerd met een vitrine vol indrukwekkende exemplaren. Het IJslands Fallusmuseum is meer dan alleen een rariteitenkabinet. Het biedt een verrassend informatieve en biologisch interessante kijk op de evolutie en diversiteit van voortplantingsorganen in het dierenrijk. Maar laten we eerlijk zijn: het is ook gewoon een museum met een knipoog.

 

De meest opvallende stukken in de collectie?

  • Walvisfallussen – De grootste in de collectie komt van een potvis en is meer dan anderhalve meter lang!
  • Arctische zoogdieren – Van zeehonden en walrussen tot ijsberen, de collectie toont de fallussen van allerlei noordelijke diersoorten.
  • Mensen en mythen – Naast de dierlijke exemplaren zijn er ook mythische en kunstzinnige interpretaties, zoals de ‘penis van een elf’ (onzichtbaar, uiteraard) en fallische symbolen uit verschillende culturen.
  • Een menselijke donatie – Misschien wel het meest besproken object in het museum is de geconserveerde penis van een overleden man, die zijn lid aan de wetenschap heeft geschonken.
  • De collectie van Cynthia Plaster Caster, de groupie/kunstenares die in de jaren ‘60 en ’70 gipsafdrukken maakte van de edele delen van muzikanten. Zo nam ze o.a. gitaarlegende Jimi Hendrix, Eric Burdon (van The Animals) en Wayne Kramer (van MC5) onder handen.

Punkmuseum

Op een boogscheut van het piemelmuseum lokt een ander, bijzonder museum, de toeristen naar binnen. Het lokmiddel: keiharde muziek. Het museum: het IJslandse Punk Museum. In een voormalig ondergrondse toiletruimte biedt deze locatie een intieme duik in de rijke geschiedenis van de IJslandse punkbeweging. De oorspronkelijke toiletten en urinoirs zijn behouden en dienen nu als expositieruimtes. Authentieker de rauwe punksfeer weergeven is moeilijk. De muren zijn bedekt met posters, foto's en krantenknipsels die het verhaal vertellen van de opkomst van punk in IJsland vanaf de late jaren '70 tot de vroege jaren '90.

 

Johnny Rotten

Het museum is klein van formaat, maar groot in karakter. De smalle gangen en intieme ruimtes zorgen voor een meeslepende ervaring, waarbij je echt ondergedompeld wordt in de punkcultuur. Het is een plek waar je niet alleen kunt leren over muziek, maar ook over de sociale en culturele impact die punk heeft gehad op IJsland. Doe de Reykja-pogo! De museumopening werd groots gevierd met een speech van Johnny Rotten van The Sex Pistols, tijdens het Airwaves-festival in 2016. De gastheer en curator van dit mini-museum is de extravagante IJslandse punklegende Svarti Álfur Mánason (Black Elf). Geboren in België ‘ergens in het Brusselse’. Meer wil Mr. Svarti niet kwijt. Hij blokkeert snel het gesprek als ik meer wil weten over zijn België-link. De geschiedenis ligt blijkbaar heel gevoelig.

Beeldentuin

We absorberen nog meer cultuur. Deze keer in de schaduw van de iconische Hallgrímskirkja. In de beeldentuin van het Einar Jónsson Museum. Einar Jónsson werd geboren in 1874 en wordt erkend als IJslands eerste professionele beeldhouwer. De man schonk in 1909 zijn oeuvre aan de IJslandse staat, op voorwaarde dat een museum zou worden gebouwd. Dat museum kwam er in 1923. Het werd de eerste openbare kunsttempel van de stad. Achter het gebouw werd in 1984 een beeldentuin geopend die het hele jaar gratis toegankelijk is, bij zon, wolken, regen, sneeuw en/of wind. Vandaag is het een typische bijna-zomer-dag in Reykjavik. Met wolken en regen, dus.  

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.