Expeditie IJslands (1): van west naar noord

Gepubliceerd op 9 juli 2025 om 09:00

Reykjavik - Het startschot is gegeven. De komende tien dagen doorkruisen we IJsland. Of beter: volgen we de ringweg, de Hringvegur, rond het land. Goed voor zo’n 1.322 km op de teller. Bij verhuurbedrijf Sunny Cars halen we ons transport op voor de komende 10 dagen: een Dacia Duster 4x4. Een witte. We rijden de Hringvegur met de klok mee. Eigenlijk maakt de richting weinig uit. Wij kozen om de drukte van Zuid-IJsland pas op te zoeken op het einde van onze roadtrip.

We laten het kleurrijke Reykjavik achter ons en rijden richting het ruige schiereiland Snæfellsnes. We maken een voorraadstop bij de winkelketen Bónus in Borgarnes. De landelijke B&B’s van de komende dagen voorzien geen ontbijt maar hebben wel een keuken beschikbaar. Het voordeel van het koude noorden: je kan de auto gebruiken als natuurlijke koelkast. Het landschap verandert. Van stedelijke charme, naar uitgestrekte lavavelden en dramatische kliffen tot in Kirkjufellsfoss. We zien hem al van héél ver, de Kirkjufell, de iconische berg die eruitziet alsof hij rechtstreeks uit een fantasiefilm komt. Dat klopt ook gedeeltelijk. De berg figureerde in Game of Thrones. De waterval zelf is misschien niet de grootste, maar in combinatie met de symmetrische berg zorgt hij wel voor het perfecte prentje. Het iconische beeld is voldoende om busladingen – vooral Aziatische – toeristen naar het dorp Grundarfjördur te lokken.

Haai

In een onopvallend gebouw, midden in het niemandsland en de lavavelden, zit het Bjarnarhöfn Shark Museum verstopt. Het familiebedrijf verwerkt al generaties lang Groenlandse haaien. Hier leer je alles over hákarl, de beruchte gefermenteerde haai. Ik had het me duidelijk voorgenomen. Gefermenteerde haai eten, dat gaan we niet doen in IJsland. Maar de traditie wil nu eenmaal dat een bezoek aan het museum wordt afgesloten met een hapje. Dus … onder zachte dwang … en om de IJslandse traditie te respecteren, doen we een poging.  De gefermenteerde haai wordt gegeten op 2 manieren: met of zonder brood. Met brood is voor de toeristen. Zonder brood is de ‘Viking way’. De ammoniakgeur is... uitdagend. De smaak? Ook, vooral bij de zonder-brood-versie. De commerciële vangst van Groenlandse haaien is gestopt sinds de jaren ’60 van vorige eeuw. Maar met enige regelmaat komt er toch nog een exemplaar terecht in de netten van de IJslandse vissers. Die ongewilde vangsten worden hier in Bjarnarhöfn verwerkt. In de schuur achter het museum hangen stukken haai te ontgiften. Binnen vier weken serveren ze het ‘gerijpte’ vlees aan al-dan-niet avontuurlijke toeristen die de uitdaging aangaan. Met stukjes brood of op z’n Vikings.     

Pechboot

Het blijft ongenadig hard regenen. En da’s wel jammer want er staat een fotoshoot met de Sæljós GK-2 op onze planning. De oude vissersboot ligt op het zwarte strand van het dorpje Rif, als een roestige herinnering aan de ooit bloeiende visserijcultuur van IJsland. De verweerde romp en afbladderende verf vertellen verhalen van stormen en visvangst. Het is een fotogenieke plek met de uit eiken- en grenenhout opgetrokken boot uit 1973 in de hoofdrol. Vooral de laatste jaren op zee waren een aaneenschakeling van pechmomenten voor de Sæljós GK-2. Na een laatste redding in 2017 werd de boot op het strand gesleept. Daar, totaal overgeleverd aan het ruige IJslandse weer, ligt het vervallen wrak er als lokale, half-romantische en authentieke attractie. Als een professioneel fotomodel. Vandaag is het een wetshoot.      

Desolaat

Voor we aan de lange tocht naar Akureyri in het noorden van IJsland beginnen, overnachten we in een voormalig postkantoor in Grundarfjördur, met uitzicht op de iconische Kirkjufell-berg. Dit is het meest desolate deel van de Hringvegur. We passeren meer kerkjes dan collega reizigers. De typische kerkjes met (meestal) rode daken, vind je zelfs op de meest afgelegen plaatsen. Dat heeft, net zoals ongeveer alles in IJsland, een reden.  Het land is altijd dunbevolkt geweest. De bevolking woont in kleine, verspreide boerderijen of gehuchten. Vaak ver van elkaar. Vroeger was het moeilijk en gevaarlijk om lange afstanden te reizen, zeker in de winter. Daarom had bijna elke gemeenschap, hoe klein ook, haar eigen kerkje. Zo konden de IJslanders toch naar de mis gaan, weer of geen weer. Tegenwoordig worden veel van de oude kerkjes niet meer regelmatig gebruikt voor diensten. Ze worden onderhouden als cultureel erfgoed en lokken toeristen, bruidsparen, kunstenaars en fotografen. Veel IJslanders koesteren de kerkjes als onderdeel van hun geschiedenis, ook al gaan ze zelf niet meer naar de kerk.

Fjord

We zoeken een (uit)rustmoment en vinden dat in het charmante dorpje Hofsós waar de tijd stil bleef staan. Hier smelten natuur, rust en geschiedenis moeiteloos samen. Geen verkeer, geen toeristenbussen, alleen het geluid van de zee en meeuwen. Af en toe een schaap op de heuvels. Het dorp telt nog geen 200 inwoners, maar de ligging is spectaculair. Je kijkt uit over een fjord met uitzicht op de bergketens aan de overkant. Hofsós is de locatie van het Íslendingar vestast – The Icelandic Emigration Center. Het museum vertelt de verhalen van de duizenden IJslanders die in de 19e eeuw hun geluk zochten in Canada en de Verenigde Staten.

Extra versnellingen

De laatste etappe van vandaag brengt ons naar de op één na grootste stad van IJsland. De kleurrijke huizen en gezellige cafés geven een verrassend levendige sfeer. De fjorden op de achtergrond herinneren er ons aan dat de natuur nooit ver weg is in IJsland. Onze overnachtingsplek ligt buiten het centrum van Akureyri. Als we de zandweg inrijden, vliegt een uiltje met ons mee. Meer ondergedompeld worden in de pure natuur dan dit, wordt moeilijk. Onze tijdelijke huisbaas heeft iets met IJslandse paarden. De trofeeënkasten zijn goed gevuld. En overal staan paardjes op. Of we interesse hebben om een IJslands paard te kopen? Euh… niet direct. Wat de IJslandse paarden zo speciaal maakt? De beestjes hebben, in vergelijking met andere paarden, twee extra versnellingen. Excuseer?  De meeste paardenrassen hebben drie gangen: stap, draf en galop. IJslandse paarden gaan tot 5, die hebben als bonus de tölt (een comfortabele, snelle viertaktgang) en Skeið (een snelle zijgang die vaak gebruikt wordt in wedstrijden). Volgens onze tijdelijke huisbaas is dat één van de redenen dat er in Duitsland meer IJslandse paarden rondlopen dan in IJsland zelf. Om de viervoeters genetisch zuiver te houden en hun unieke eigenschappen te behouden, hebben IJslanders enkele drastische beslissingen genomen. De belangrijkste: het is verboden om paarden in te voeren. Meer nog … een IJslands paard dat het land verlaat, mag nooit meer terugkeren.

Botanische tuin

Wie Akureyri zegt, zegt botanische tuin. We profiteren, samen met busladingen toeristen, van de beloofde zonnestralen en genieten van de flora die zelfs in noordelijke arctische omstandigheden gedijt. Door de beperkte zomertijd in het koude noorden, hebben veel bloemen hetzelfde moment afgewacht om de zomer te vieren. De botanische tuin is een kleurenplaatje.  En – niet geheel onbelangrijk – groot en gratis. Vandaar dat veel cruiseschepen een uitstap opnemen in hun programma. We moeten vandaag niet op de tijd letten. Het is zonnewende, ofwel middernachtzon. De tuin is tot 22 u toegankelijk.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.